Ventilatie

Ventilatie is essentieel voor een gezond binnenklimaat en om vocht uit een gebouw af te voeren. Wanneer de kierdichting van een pand is verbeterd, verdient de ventilatievoorziening dan ook extra aandacht.

Ventilatie kan op een natuurlijke wijze plaats vinden en/of aangestuurd worden door een inblaas en/of afzuigunit. Volledig natuurlijke ventilatie is het meest eenvoudig en minder kostbaar dan volledig mechanische ventilatie. Een nadeel van natuurlijke ventilatie is dat het minder goed gecontroleerd is. Bij volledig mechanisch is de aan- en afvoer van lucht geregeld. Er wordt dan gesproken over een gebalanceerd ventilatiesysteem. Een nadeel van volledig mechanische ventilatie daarentegen is dat een bewoner minder invloed heeft op de ventilatie en dat de systemen onderhoud behoeven.

In gebieden met een hogere geluidsbelasting is een natuurlijke ventilatievoorziening vaak gekoppeld aan een zogenaamde suskast. Een suskast is een voorziening om het geluid van buiten te reduceren.

Een nadeel van ventilatie is dat het tot energieverlies leidt, immers de verwarmde lucht wordt afgevoerd ten behoeve van verse koude lucht. Om dit te voorkomen kunnen volledig mechanische systemen gekoppeld worden aan een Warmte Terug Win systeem, een zogenaamde WTW, waarbij de uitgaande lucht de inkomende lucht verwarmt in een warmtewisselaar. Deze systemen zijn tot dusverre relatief kostbaar.

Er is een keuze te maken tussen:

Centrale ventilatiesystemen

Bij een centraal ventilatiesysteem vindt de afvoer van lucht in de regel plaats via het dak. In tegenstelling tot een ventilatiesysteem per ruimte waarvoor roosters in de gevels noodzakelijk zijn, is deze oplossing vaak minder hinderlijk zichtbaar. Toch zijn nieuwe luchtafvoeren niet wenselijk bij daken die prominent in het zicht liggen en zou de voorziening beter kunnen worden opgenomen in rookkanalen die niet meer in gebruik zijn of worden toegepast in dakvlakken die minder in het zicht vallen. Een andere optie is om te kijken of  via dakkapellen een niet in het oog springende aan- en afvoer is te realiseren.

Een andere mogelijkheid is een unit in een kelder te plaatsen die voorzien is van (eventueel nieuw aan te brengen) koekoeken. Hier kan dan de aan- en afvoer worden gerealiseerd. Een groot nadeel bij bestaande koekoeken is dat het ten koste gaat van de lichttoetreding. Een eventueel nieuw aan te brengen koekoek zal een bescheiden omvang moeten hebben en is overwegend niet gewenst bij gevels grenzend aan openbaar gebied.

Een nadeel van een centraal ventilatiesysteem is dat er luchtkanalen door het hele pand moeten worden aangebracht. Daar tegenover staat het voordeel dat het systeem minder geluid produceert dan afzonderlijke ventilatie-units per ruimte.

Aandachtspunt:

  • Bij beschermde monumenten kunnen nieuwe ventilatiekanalen de aanwezige interieurwaarden aantasten. Monumenteninstanties eisen dan ook dat een nieuw kanaal geen gevolgen mag hebben voor het historisch casco of de aanwezige interieurwaarden. In veel gevallen kunnen bestaande rookkanalen gebruikt worden voor het aanbrengen van ventilatiekanalen. Een nadeel is echter dat het rookkanaal dan niet meer als rookgasafvoer kan worden gebruikt.

Decentrale ventilatiesystemen

Ventilatie-units kunnen per ruimte tegen een buitenmuur worden geplaatst, vaak in combinatie met speciale radiatoren. Naast warmteterugwinning wordt de inkomende lucht direct bijverwarmd. De voorziening vraagt om in- en uitblaasroosters in de buitengevel. Aangezien roosters detonerende elementen zijn staan monumenteninstanties ze meestal alleen toe bij gevels zonder beeldkwaliteit en/of monumentale waarden.

Een nadeel van het systeem is dat het geluid produceert. Een voordeel is dat er geen luchtkanalen nodig zijn.

Volledig mechanische (gebalanceerde) ventilatie

Een volledig mechanisch ventilatiesysteem wordt doorgaans gekoppeld aan een Warmte Terug Win systeem (WTW.) De aan- en afvoer van de lucht is daarbij mechanisch geregeld waarbij de inkomende ventilatielucht wordt voorverwarmd met de uitgaande lucht. Voor de zomer is wel een zogenaamde bypass aan te bevelen, die voorkomt dat de verse buitenlucht door de af te voeren lucht wordt voorverwarmd. Het is tevens van belang dat het ventilatiesysteem regelmatig wordt onderhouden om het binnenklimaat gezond te houden. lees meer

Er is een onderscheid te maken tussen:

Mechanische ventilatie via het dak

Bij een mechanische ventilatie via het dak wordt een luchtkanaal door het dak aangebracht. In tegenstelling tot ventilatievoorzieningen in ramen en gevels is deze oplossing vaak minder zichtbaar. Bij daken die prominent in het zicht liggen is deze oplossing echter ook minder wenselijk. Mogelijk kan de voorziening worden opgenomen in rookkanalen die niet meer in gebruik zijn of in dakvlakken die minder in het zicht liggen.

Aandachtspunt:

  • Bij beschermde monumenten kunnen nieuwe ventilatiekanalen de aanwezige interieurwaarden aantasten. Monumenteninstanties eisen dan ook meestal dat een nieuw kanaal geen gevolgen mag hebben voor het historisch casco of de aanwezige interieurwaarden. In veel gevallen kunnen rookkanalen gebruikt worden voor het aanbrengen van ventilatiekanalen. Een nadeel is echter dat het rookkanaal dan niet meer als rookgasafvoer kan worden gebruikt.

Ventilatoren in gevels

Voor de mechanische ventilatie via de gevel is een gemetselde ventilatievoorziening te beperkt voor de noodzakelijke luchtaanvoercapaciteit zodat vaak een rooster moet worden toegepast. Roosters zijn echter detonerende elementen waardoor ze doorgaans alleen mogen worden toegepast bij gevels zonder beeldkwaliteit en/of monumentale waarden.

Ventilatoren in ramen

Vaak worden de ventilatoren in bovenlichten geplaatst. De ventilatoren zijn echter detonerende elementen waardoor ze doorgaans alleen op locaties zonder beeldkwaliteit en/of monumentale waarden mogen worden toegepast.

Combinatie van mechanische en natuurlijke ventilatie

Bij de combinatie van mechanische en natuurlijke ventilatie wordt de lucht in een vertrek mechanisch afgezogen (onderdruk) of ingeblazen (overdruk). Door de onder- of overdruk die ontstaat, wordt de lucht via ventilatieroosters natuurlijk aan- of afgevoerd. Mechanische ventilatie kan plaats vinden via o.a. ventilatoren in het glas van ramen, de buitengevel en meest voorkomend, via het dak. Mechanische afzuiging is de meest voorkomende vorm van mechanische ventilatie bij woonhuizen. Voor de toepasmogelijkheden van ventilatieroosters  voor de natuurlijke aan- of afvoer zie Natuurlijke ventilatie

Er is een onderscheid te maken tussen:

Ventilatie via dak

Natuurlijke ventilatie via het dak is vaak te realiseren door een ventilatievoorziening aan te brengen in een leidingschacht of via een rookkanaal dat niet meer in gebruik is.

Voor zolders kan in het dakbeschot een ventilatierooster worden aangebracht; bij een pannendak kan dit door middel van een ventilatiepan. Bij leien daken kan gedacht worden aan een zogenaamde monnikskap. Een andere optie is een ventilatiekanaal door het dak aan te leggen. Bij daken die prominent in het zicht liggen, is deze laatste oplossing echter minder wenselijk.

Gevels met beperkte of geen monumentale waarden

Wanneer een gevel geen hoge materiële waarde vertegenwoordigt en het belang voor de beeldkwaliteit minder hoog is kan aan de buitenzijde van de gevel een gemetselde rooster worden aangebracht d.m.v. het plaatsen van verticale bakstenen met daartussen open stootvoegen; aan de binnenzijde kan een rooster worden geplaatst.

Bij negentiende-eeuwse en vroeg twintigste-eeuwse panden kunnen gietijzeren ronde roosters voor een geboord ventilatiekanaal, bijvoorbeeld ter hoogte van de vloerconstructie, een bevredigende oplossing bieden. Aan dergelijke kanalen zijn vaak eenvoudig suskasten te koppelen.

Wanneer een gevel niet monumentaal is en niet van belang voor de beeldkwaliteit kunnen zonder problemen ventilatieroosters in de gevel worden aangebracht.