Centrale ventilatiesystemen

Bij een centraal ventilatiesysteem vindt de afvoer van lucht in de regel plaats via het dak. In tegenstelling tot een ventilatiesysteem per ruimte waarvoor roosters in de gevels noodzakelijk zijn, is deze oplossing vaak minder hinderlijk zichtbaar. Toch zijn nieuwe luchtafvoeren niet wenselijk bij daken die prominent in het zicht liggen en zou de voorziening beter kunnen worden opgenomen in rookkanalen die niet meer in gebruik zijn of worden toegepast in dakvlakken die minder in het zicht vallen. Een andere optie is om te kijken of  via dakkapellen een niet in het oog springende aan- en afvoer is te realiseren.

Een andere mogelijkheid is een unit in een kelder te plaatsen die voorzien is van (eventueel nieuw aan te brengen) koekoeken. Hier kan dan de aan- en afvoer worden gerealiseerd. Een groot nadeel bij bestaande koekoeken is dat het ten koste gaat van de lichttoetreding. Een eventueel nieuw aan te brengen koekoek zal een bescheiden omvang moeten hebben en is overwegend niet gewenst bij gevels grenzend aan openbaar gebied.

Een nadeel van een centraal ventilatiesysteem is dat er luchtkanalen door het hele pand moeten worden aangebracht. Daar tegenover staat het voordeel dat het systeem minder geluid produceert dan afzonderlijke ventilatie-units per ruimte.

Aandachtspunt:

  • Bij beschermde monumenten kunnen nieuwe ventilatiekanalen de aanwezige interieurwaarden aantasten. Monumenteninstanties eisen dan ook dat een nieuw kanaal geen gevolgen mag hebben voor het historisch casco of de aanwezige interieurwaarden. In veel gevallen kunnen bestaande rookkanalen gebruikt worden voor het aanbrengen van ventilatiekanalen. Een nadeel is echter dat het rookkanaal dan niet meer als rookgasafvoer kan worden gebruikt.