Infraroodverwarming is met name geschikt als bijverwarming. Voor grote complexen met grote ruimtes (kerken, fabriekshallen, loodsen) kan het aantrekkelijk zijn om niet de gehele ruimte te verwarmen maar dit alleen plaatselijk te doen. Door niet de gehele ruimte te verwarmen maar alleen ter plaatse van de aanwezige bezoekers, wordt veel energie bespaard.
Lokale verwarming bestaat meestal uit infraroodstralers maar er bestaan ook andere systemen zoals elektrisch verwarmde kussens, panelen of vloerkleden. Bij al deze soorten worden de aanwezige bezoekers rechtstreeks verwarmd waardoor ze zich met een lagere luchttemperatuur toch behaaglijk voelen.
Er bestaan zowel elektrische als gasgestookte stralingsarmaturen. Bij gasgestookte stralingsarmaturen komt bij verbranding veel waterdamp en CO2 vrij. Het vocht kan nadelig werken voor interieuronderdelen en tot sterke condensatie leiden op ramen, wanden en plafonds. Daarnaast vraagt het aanleggen van gasleidingen vaak ongewenste boringen in monumentale onderdelen. Vandaar dat gasarmaturen overwegend niet zijn aan te raden bij monumentale complexen.
Aandachtspunten:
- Bij toevoeging van een groot aantal elektrische verwarmingselementen is de bestaande elektrische installatie vaak niet toereikend en moet deze worden aangepast.
- Een nadeel van lokaal verwarmen is dat niet het hele lichaam wordt verwarmd waardoor lichaamsdelen koud kunnen aanvoelen.