Houten ramen met monumentale waarden, technisch slecht

Monumentale houten ramen die in zo’n slechte slechte staat verkeren dat ze niet redelijkerwijs te herstellen zijn, kunnen worden vervangen volgens de volgende opties:

  1. Vervangen van een enkel raam: het raam kan vervangen worden door een nieuw exemplaar dat een exacte kopie (zowel beeld als materiaal) is van het bestaande raam. De mogelijkheden van beglazingssystemen is hetzelfde als bij Houten ramen met monumentale waarden technisch goed
  2. Integraal vervangen van ramen. De ramen kunnen vervangen worden door nieuwe exemplaren die in beeld exacte kopieën zijn van de bestaande ramen. De ramen kunnen hierbij van isolatieglas en een kierdichting worden voorzien.

Vaak blijft hoog rendementsglas te zwaar om in de nieuwe ramen (met hetzelfde beeld) te plaatsen en zal met een dunnere variant glas genoegen moeten worden genomen. Een mogelijkheid is om het raamhout op te dikken. Om de bestaande afmeting van de negge te behouden, kan bij draairamen ter plaatse van de onderdorpel van het bovenlicht en de bovendorpel van het draairaam, een bajonet-achtige constructie worden toegepast. Bij schuiframen is dit niet mogelijk en is het bestaande raamhout leidend.

Wanneer het raam roeden heeft, is de roede bepalend voor de dikte van het glas. De roede moet immers een glasdragende roede blijven. Het toepassen van schijnroeden (Wienersprossen) wordt door monumenteninstanties in de regel niet toegestaan. Voor de noodzakelijke sponningdiepte moet men de dikte van het glas nemen plus 10 mm. Voor dikkere varianten geldt plus 12 mm.

Bij integraal vervangen van de ramen is het toepassen van een binnenbeglazingssysteem toegestaan. Wel dient de afschuining van het nieuwe raamhout aan de buitenzijde bij het glas dan 35° te zijn in plaats van de gebruikelijke 30°, zodat de afschuining in beeld lijkt op een stopverfnaad.

Aandachtspunten:

  • Het raamtype dient te worden gehandhaafd; draai-kiepramen worden in de regel door monumenteninstanties niet toegestaan.
  • Een aanslagstuk in de vorm van een wellat wordt door monumenteninstanties meestal niet toegestaan.
  • Het toepassen van schijnroeden wordt door monumenteninstanties ook niet toegestaan.
  • Het materiaal van het raam moet aansluiten bij het karakter van het monument. Kunststof ramen worden door monumenteninstanties doorgaans niet toegestaan.
  • Zonwerende coatings in of op het glas geven een extra spiegelend effect. Bij monumenten of panden met een hoge beeldbepalende kwaliteit keuren monumenteninstanties alleen glas toe met een beperkte reductie van de licht toetredingsfactor (LTA) en zon toetredingsfactor (ZTA) en dient het glas zoveel mogelijk de uitstraling van gewoon blank glas te hebben.
  • Bij glas met een hogere isolatiewaarde (vanaf een U-waarde van 1,6 W/m²K en lager) kan bij steens muren condensvorming optreden op het geveloppervlak. Het isoleren van de gevel kan dit voorkomen. Gevelisolatie kan wel weer bouwfysische problemen geven. Voor richtlijnen hiervoor, zie Gevel.