Bij deze methode wordt het glas-in-lood uit zijn oorspronkelijke kader genomen en tussen twee glasplaten in een nieuwe loodsponning aangebracht. Het glas-in-lood is op deze manier goed beschermd en er kan bij een deugdelijke uitvoering geen condensvorming optreden. De totale constructie is minimaal 19 mm dik waardoor de oplossing vaak niet in de bestaande ramen is terug te plaatsen. Door verschillen in thermische uitzetting is deze methode niet geschikt voor grotere glas-in-lood oppervlakten. Wanneer brugstaven in het glas-in-lood zijn toegepast, is plaatsing in dubbel glas ook niet mogelijk. Glas-in-lood opnemen in dubbel glas is kostbaarder dan een buiten- of binnenvoorzetraam. Doordat het om een aanpassing van het glas-in-lood vraagt, (het glas-in-lood zal bij de randen moeten worden verkleind óf de glassponning moet worden vergroot) is de oplossing niet geschikt voor vensters met een hoge monumentale waarde.
De methode heeft als nadeel dat de spiegeling van het dubbel glas het glas-in-lood zowel van binnen als van buiten minder goed zichtbaar laat zijn. Daarnaast zal het nieuwe loodsoldeer sterk blijven glimmen. Dit laatste is te ondervangen door het soldeer te patineren maar dit moet wel zorgvuldig gebeuren en na toepassing goed schoongemaakt worden anders wordt het lood door het zuur in het patineermiddel aangetast. Wanneer glas-in-lood wordt opgenomen in dubbel glas bestaat tevens het risico van thermische breuk van het glas-in-lood omdat de temperatuur tussen de glasplaten, met name bij donkere kleuren, sterk kan oplopen.
Aandachtspunt:
Glas-in-lood opnemen in dubbel glas is alleen toepasbaar bij eenvoudig glas-in-lood, zoals bijvoorbeeld in bovenlichten. Bij glas-in-lood met een hoge monumentale waarde wordt het opnemen ervan in dubbel glas door monumenteninstanties meestal niet toegestaan.