Spouwmuren

Het na-isoleren van spouwmuren is in beginsel vrij eenvoudig. In de spouw wordt een isolatiemateriaal gespoten. De kosten zijn relatief beperkt en het levert voor een gemiddeld woonhuis een verbetering van de energieprestatie op van 15 tot 20%. Voor het slagen is het wel van belang dat er geen verbindingen bestaan tussen het binnen- en het buitenblad. Verbindingen kunnen gevormd worden door vuilophopingen als gevolg van bijvoorbeeld valspecie of een latei die van binnen naar het buitenblad doorloopt. Wanneer dergelijke verbindingen bestaan, ontstaan als gevolg van de na-isolatie koudebruggen en kan condensatie optreden waardoor vochtplekken en/of schimmel op het binnenblad kunnen ontstaan. Ook vergroot het de kans op houtrot bij de bovendorpels van de houten kozijnen. Spouwankers vormen in de regel geen probleem. Met een endoscoop (een speciale camera) kan de staat van de spouw worden gecontroleerd. Spouwmuurisolatie is onomkeerbaar.

Wanneer de spouw niet volledig vrij is en er verbindingen bestaan tussen het binnen- en het buitenblad, is de gevel niet geschikt voor spouwmuurisolatie. In dat geval kan gekeken worden of de toepassing van isolatiemateriaal rechtstreeks tegen de binnenzijde van de buitenmuur mogelijk is, zie Isolatie aan de binnenzijde

Aandachtspunten:

  • Bij het na-isoleren van de spouw moet de ventilatie van een eventueel aanwezige kruipruimte gewaarborgd blijven.
  • Het inspuiten van het isolatiemateriaal is niet volledig controleerbaar. Er bestaat een kans dat het isolatiemateriaal niet overal volledig gelijkmatig is en dat er open plekken optreden. Dit is te controleren door een opname met een infraroodcamera in de winter. De onvoldoende geïsoleerde plekken kunnen dan worden nagevuld.