Isolatiemateriaal traditioneel onder de vloer bevestigd

Aan de onderzijde, direct tegen de vloer of tussen de balken, wordt isolatiemateriaal aangebracht al dan niet gecombineerd met een plafond. Het is aan te raden om het isolatiemateriaal direct tegen de vloer aan te brengen en niet een luchtruimte te laten ontstaan. Anders dient de ruimte tussen de vloer en het isolatiemateriaal geventileerd te worden, wat doorgaans lastig is. Bij houten vloeren dient het een ademend isolatiesysteem te zijn zonder een dampwerende folie in verband met een eventuele dampdichte vloerafwerking.

Aandachtspunten:

  • De ruimte onder het isolatiemateriaal moet goed worden geventileerd met buitenlucht.
  • Bij kruipruimten met een hoge vochtbelasting is het aan te bevelen om een vochtregulerende bodembedekking aan te brengen zoals schelpen, kleikorrels of een bodemafdekker in de vorm van bijvoorbeeld een folie.
  • Bij houten vloeren kunnen, met name bij de strijkbalk (een draagbalk die direct naast de muur ligt), bij de aansluiting op de wand naden ontstaan waardoor de randen van de vloer vaak kouder zijn. Om dit te voorkomen moet een kierdichting worden aangebracht. Zie Naden bij vloeren